Onze Werkwijze
Het werken met symbolen en rituelen. Essentieel kenmerk van de werkwijze van de vrijmetselarij is het symbolische stelsel van de drie graden van leerling, gezel en meester naar analogie van de graden in de middeleeuwse bouwgilden. Ieder loge-lid doorloopt dit gradenstelsel dat de symbolische groei van persoonlijk inzicht en geestelijke verdieping weergeeft. Bij toetreding vindt aanneming plaats in de symbolische graad van leerling-vrijmetselaar. Na ongeveer een jaar volgt de bevordering tot gezel, een jaar daarna de verheffing tot meester. Het vrijmetselaarswerk wordt ook wel maçonniek genoemd, naar het Franse woord ‘maçon’ voor vrijmetselaar. Naast het drie-gradenstelsel bestaat nog een aantal maçonnieke werkwijzen, de zogenaamde ‘vervolgpaden’.
In artikel 1 van de grondwet van de Orde van Vrijmetselaren wordt gesteld dat de vrijmetselaar samen met andere vrijmetselaren werkt aan zijn persoonlijke vorming met behulp van symbolen en ritualen. “Deze symbolen en ritualen zijn door de traditie gegeven; zij worden door de vrijmetselaar naar eigen inzicht geïnterpreteerd,” aldus deze beginselverklaring.
De gezamenlijke arbeid stimuleert hem ook naar vermogen bij te dragen aan een betere samenleving. De vrijmetselaar zoekt op wat mensen verbindt en tracht weg te nemen wat hen verdeelt opdat het ideaal van een allen verbindende broederschap gestalte kan krijgen. Daarbij aanvaardt hij een persoonlijke verantwoordelijkheid ten opzichte van de wereld die hij ziet als een te voltooien bouwwerk waarvan ieder mens een levende bouwsteen is.
Hij verricht die arbeid in het licht van een hoog beginsel, symbolisch aangeduid als Opperbouwmeester des Heelals. De vrijmetselaar erkent de hoge waarde van de menselijke persoonlijkheid, de gelijkwaardigheid van alle mensen, ieders recht om zelfstandig te zoeken naar waarheid en ieders verantwoordelijkheid voor zijn doen en laten.